“Ga na het afstuderen niet allemaal op je eigen eiland zitten, maar ga samen met de mensen om je heen starten. Organiseer een festival, vraag of je ergens de sociale media mag doen om je skills te ontwikkelen. Meld je aan voor een roadie-programma, zoals bij NAPK START. Begin gewoon ergens! Maar doe het samen.”
In deze blog vertelt Robert van der Padt (32) over zijn weg van uitvoerend muzikant, naar boeker en zakelijk leider in de jazz-scene. En pleit hij ervoor om elkaar te versterken in de sector, door oog te hebben voor wat er nodig is en daarin te doen waar jouw eigen talent ligt.
“Ik wil graag bijdragen aan een groter geheel, dat is ook hoe ik ben opgevoed: als je een bepaald talent hebt en je kan iets brengen voor de samenleving, dan is het eigenlijk je plicht om het te doen.”
Opgegroeid in een familie van ingenieurs, was Robert de eerste van drie generaties die zijn talent voor het herkennen van patronen op een andere manier koos in te zetten; als jazzpianist. Hoewel er in het bèta-georiënteerde gezin weinig brood gezien werd in kunst en cultuur, waren zijn ouders wel altijd erg stellig over muziekles: alle kinderen gingen op les. “Er stond een piano in de kamer en op mijn zesde werd ik naar pianoles gestuurd. Het was een beetje als wiskundeles, elke avond na het eten werd er geoefend. De afspraak was dat ik het een jaar zou proberen. Bij mij ging het echter zo goed dat dat jaar uiteindelijk het begin was van iets dat geen van ons van tevoren had kunnen bedenken.”
Inmiddels is Robert, naast jazzpianist, eigenaar van zijn eigen boekingskantoor Bird Call Bookings waarmee hij muzikanten (in voornamelijk de jazz-scene) helpt bij hun eerste schreden in het professionele veld. Zowel door ervoor te zorgen dat ze geboekt worden en kunnen optreden, als met het aanvragen van subsidies en fondsen, en het vergroten van hun zichtbaarheid. Daarnaast is hij sinds een paar jaar als zakelijk leider betrokken bij het Amsterdams Modern Orkest, dat hij samen met Tijn Wybenga heeft uitgebouwd en is hij adviseur bij Fonds Podiumkunsten.
Wanneer werd voor jou duidelijk dat je meer wilde met muziek?
Het belangrijkste kantelpunt hierin kwam voor mijzelf rond m’n pubertijd. Na een verhuizing naar Maastricht kwam ik in aanraking met een bevlogen bigbandleider en trompetdocent die opzoek was naar een pianist. Op mijn twaalfde trad ik dus toe tot m’n eerste bigband. Op mijn vijftiende kwamen er twee bigbands bij, en uiteindelijk speelde ik daar tot m’n achttiende elke dinsdagavond jazzmuziek. Het balletje begon te rollen; er kwamen bandjes bij, een pop ensemble, de pianoles liep door. De middelbare school waar ik naartoe ging bleek vanaf de brugklas al een vooropleiding conservatorium aan te bieden en toen ik daar goed bleek te scoren leek de keuze helder. Het is pas recent dat ik begrijp wat het nu precies was dat er bij mij áán ging; ik hou erg van patronen herkennen en daarna kunnen toepassen. Dus de liefde voor alle bèta vakken – en hun formules en algoritmes – vertaalde ik vervolgens naar de jazzmuziek: alleen dan kón je er ook daadwerkelijk wat mee. Improvisatie! Mijn bèta-passie heeft een bocht genomen richting muziek. Achteraf eigenlijk een heel logische keuze.
Op zijn zeventiende besloot Robert een carrière als muzikant een kans te geven en toelatingsexamens te doen bij drie conservatoria. Omdat hij zich bewust was van het onzekere bestaan van muzikanten, zeker ten opzichte van het ingenieurs vak, sprak hij met zichzelf af er alleen mee door te gaan als hij direct werd toegelaten; en dat lukte. Zo ging hij uiteindelijk jazz piano studeren, bij Bert van den Brink “wat een muzikale vader is dat. Zo’n waanzinnig mens!”
Je begon jouw loopbaan als uitvoerend muzikant, hoe ben je uiteindelijk boeker en zakelijk leider geworden?
Het zaadje daarvoor is geplant tijdens mijn periode op het conservatorium. Toen opende zich voor mij, naast de jazzmuziek, namelijk deur twee: de muziekindustrie. Ik ontdekte dat achter het spelen op het podium nog een hele wereld schuilgaat. Mijn passie voor het systeem van jazzmuziek strekte zich verder uit naar alles wat er achter de schermen moest gebeuren om als band daadwerkelijk ergens te kunnen spelen. En dat bleek me heel natuurlijk af te gaan. De samenwerking met de band waar ik tijdens mijn studie veel energie in had gestoken als pianist, liep op z’n eind en ik kwam op het punt dat ik me afvroeg: hoe verder? Wat me namelijk minder natuurlijk afging was het netwerken voor mijzelf als muzikant. Er waren vrienden die net allerlei prijzen gewonnen hadden, een debuutalbum wilden opnemen en wilden gaan touren, maar eigenlijk geen idee hadden waar te beginnen. Ze vroegen mij of ik ze daarbij wilde helpen. Toen heb ik m’n eigen boekingskantoor opgericht. Ik kwam erachter hoe ontzettend leuk ik ook dat zakelijke deel vond!
Er was na de studie bij mij, net als bij vele andere studenten, het grote vraagteken: wat nu? Ik kwam tot de conclusie dat het competitieve van carrière willen maken voor kunstenaars een eenzaam eiland kan zijn. Ik zag het om me heen zoveel mensen raken en ondermijnen, dat ik voelde: de enige logische oplossing is dat we gaan samenwerken. Ik voelde dat ik daarin een rol kon spelen door het te faciliteren, en dat ben ik gaan doen. Het meest directe resultaat dat ik muzikanten en bands die aan het begin staan kan bieden, is het verzorgen van boekingen en de inkomsten die daaraan verbonden zijn, dacht ik. Ik ben in eerste instantie dus boeker geworden vanuit de noodzaak die ik zag.
Je hebt dus naar de sector als geheel gekeken en wat daar nodig was?
Ja, en dan met name de jazz-scene. Ik zag een gat, waarvan ik het gevoel had dat ik er iets voor kon betekenen. Ik wil graag bijdragen aan een groter geheel, dat is ook hoe ik ben opgevoed: als je een bepaald talent hebt, en je kan iets bijdragen, dan is het je plicht om het te doen. Dat zit er bij mij wel echt in. Maar uiteindelijk was het het tekort dat mij over de drempel trok. Op het gebied van jazz in Nederland zie je echt een disbalans; we hebben enorm hoog aangeschreven educatie, de conservatoria zitten vol met buitenlandse studenten. En tegelijkertijd is er in Nederland voor de eerste tien jaar na je studie weinig gefaciliteerd in de overgang naar het werkende leven als jazz-muzikant. Geen subsidiepotjes, of bureaus die je helpen opstarten. Terwijl het oprichten van een stichting, het schrijven van fondsen- en subsidieaanvragen en het vergroten van je zichtbaarheid en netwerk juist grote drempels zijn voor jonge makers.
In België is dat een heel ander verhaal, daar is het werk dat ik doe als boeker en manager al veel meer gevestigd en wordt ook ondersteund vanuit de overheid vanwege de waardevolle bijdrage aan de sector. In Nederland zijn we dan toch een beetje bang voor “the middle man”. Financiële steun gaat vaak ofwel direct naar het podium en producent, of naar de maker zelf. Dat maakt het voor mij extra belangrijk om mij daar in Nederland ook hard voor te maken. Ik vind het echt belangrijk dat de jazzmuzikanten van de toekomst een kans krijgen om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. We hebben veel in huis op muzikaal gebied! In mijn rol als adviseur bij Fonds Podiumkunsten, probeer ik dat soort onderwerpen ook op de agenda te zetten.
Je hebt een bewuste keuze gemaakt om je op zakelijk vlak in te zetten. Mis je het uitvoerend muzikant zijn wel eens?
Natuurlijk is er niets mooiers dan je eigen muziek spelen met je band, tegenover een publiek dat uit z’n plaat gaat. Dat gevoel is onbeschrijflijk. Toch ben ik blij dat ik nu een manier heb gevonden waarop ik muziek kan maken zonder dat het op een artistiek podium is en van een bepaalde kwaliteit moet zijn. En met name zonder het competitieve deel ervan, het concurreren met artiesten die ik nu dus vertegenwoordig. Ik heb veel meer plezier in evenementen met een leuke show, waarbij ik ook letterlijk soms ‘de tulpen van Amsterdam’ speel voor oude van dagen. Dat is iets wat zo ver af staat van wat ik muzikaal gewend ben, maar waar ik zoveel plezier in heb. En ik speel nog steeds veel hoor; in m’n eigen band en op een cruiseschip met op maat gemaakte theatershows bijvoorbeeld.
Ik realiseer me ook dat de impact die ik kan hebben als boeker en zakelijk leider in het creëren van een duurzame en vruchtbare jazz-scene velen malen groter is dan als uitvoerend muzikant. De waarde van aanraking met kunst vind ik voor een samenleving zoiets essentieels. Ik zie een afbraak van het empathisch vermogen bij mensen en ik denk dat het vertellen van verhalen door middel van kunst – en daardoor dus iemand anders’ perspectief op het leven zien – echt belangrijk is. Ik ben daarom ook heel enthousiast over interdisciplinaire kunst. Kunst die zich zo presenteert, dat het mensen die in eerste instantie niet zoveel interesse lijken te hebben, uiteindelijk toch prikkelt om te willen komen kijken, luisteren, horen, voelen. Een van de eerste voorstellingen waar ik aan meewerkte was bijvoorbeeld een ode aan de legendarische bokser, Muhammed Ali, verteld door een strijk ensemble met jazz pianotrio. We zagen hele fanatieke boksers in de zaal zitten die voor het eerst van hun leven een concert bijwoonden. Dat vond ik zo waardevol. Dat maakt denk ik dat ik de carrière als pianist los kan laten, omdat ik zie dat wat ik wil bereiken op veel grotere schaal kan als ik zakelijk leider ben.
Hoe was het om als zakelijk talent je weg te vinden in de sector?
Net als veel anderen ben ik eigenlijk het vak ‘in gestruikeld’. Ik was al jaren bezig met allerlei activiteiten en kwam erachter dat daar een titel voor was, boeker en zakelijk leider. Vanaf het begin heb ik alle informatie die te vinden was tot me genomen. Ik begon bij conferenties en heb qua boekingen veel kunnen leren van een muzikant in mijn omgeving die al z’n hele leven z’n eigen boekingen deed. De docent die ik had tijdens mijn master Ondernemerschap is een vriend geworden en daar vind ik een mentor in. Toen ik met hem besprak of ik nog een extra opleiding moest doen voor het zakelijke stuk zei hij destijds: “je kan het doen, maar ik denk dat je 80% weet.”. Hij adviseerde me om gewoon aan de slag te gaan en onderweg te leren. Het roadie-programma van NAPK START was voor mij echt een uitkomst, en veel praktischer. Natuurlijk is er soms wel eens de onzekerheid of ik wel genoeg weet over wat mijn taken zijn bijvoorbeeld. Dan haal ik veel steun uit concrete informatie zoals het kunnen downloaden van een cao-overzicht.
Wat was voor jou een belangrijk moment in je ontwikkeling als zakelijk leider?
De eerste keer een aanvraag indienen bij een fonds is spannend. Je vraagt je dan echt even af of je al voldoende weet. In de periode van 2020, vlak voor de coronapandemie, maakte ik voor het eerst mee dat alle aanvragen die we uit hadden gestuurd naar private fondsen, maar ook Fonds Podiumkunsten en Amsterdams Fonds voor de Kunst, werden gehonoreerd. Dat was waanzinnig! En voor mij een bevestiging dat we de brug van aanvraag naar honorering goed wisten te slaan. We ontvingen het geld in februari 2020, en drie weken later ging alles op slot.
In deze periode kwam voor mij eigenlijk alles samen; het land ging dicht, alles viel weg en er was geen stevig vangnet voor jazzmusici, maar door de aanvragen die ik met de artistiek leider van de stichting had gedaan, waren we opeens in een positie om een team van acht musici naar Fair Pay richtlijnen door de coronaperiode heen te helpen. De tour kon doorgaan, al was het voor een wisselende set met twee keer dertig man publiek. Op dat moment realiseerde ik me echt wat mijn rol hierin kon zijn voor meer muzikanten.
In 2022 ging de wereld weer open en raakte ik intensief betrokken bij het Amsterdams Modern Orkest, opgericht door Tijn Wybenga. Ze hadden een prachtige plaat opgenomen en gepresenteerd, maar er waren onvoldoende middelen om meer dan twee of drie keer te spelen. Al wandelend in een uitgestorven centrum van Amsterdam vonden we elkaar en besloten we om samen te gaan werken. Vanuit mijn ervaring aan het begin van de pandemie, ontstond het vertrouwen dat het werven voor een dertienkoppig ensemble wellicht ook wel zou lukken. In 2020 begonnen we, in 2022 zijn we gaan touren en in datzelfde jaar is het gelukt om in aanmerking te komen voor subsidies die ervoor hebben gezorgd dat we konden spelen op ieder jazzfestival in Nederland. We wonnen de Deutscher Jazzpreis voor het beste internationale debuutalbum van het jaar, we konden showcases op internationale beurzen doen, zijn naar Frankrijk geweest voor een groots festival dat bekend staat als dé plek waar nieuwe acts worden geïntroduceerd. En voor het najaar staan o.a. Keulen, Salzburg, Bremen, Turkije en andere festivals in Nederland gepland. Dat maakt mij heel blij en trots!
We kijken nu naar wat een duurzame toekomst is voor het orkest. Ik ben door mijn betrokkenheid echt in de zakelijk leider rol gegroeid. Met het budget hebben we inmiddels ook ruimte om iemand voor een marketingpositie aan te nemen en iemand voor productie. We hebben een goed werkend bestuur, dat ons helpt maar ook controleert. Onze nieuwe ambitie is daarom om in de volgende ronde voor meerjarige subsidie mee te doen. Ik realiseer me hoe ambitieus dat is, maar ik geloof erin dat je hoog mag inzetten. De afgelopen jaren hebben me dat wel geleerd.
Er zijn natuurlijk ook tegenslagen geweest, het ging niet zonder slag of stoot, maar uiteindelijk bleek de route succesvol en heb ik onderweg enorm veel geleerd. Het is nu de tijd om naast een spotlight in de industrie ook de aandacht van een publiek te trekken en daar de zichtbaarheid van jazzmuziek te vergroten. Wat echt een uitdaging is, maar eentje waar ik enorm enthousiast over ben om me voor in te zetten.
En wat is jouw persoonlijke ambitie voor de toekomst?
Ik wil graag op een plek werken waar ik kan bijdragen aan een duurzame toekomst voor de jazz-sector en voor de mensen waarmee ik werk. Het Amsterdam Modern Orkest is daarmee heel erg in lijn. Dat wil ik het liefst zo natuurlijk mogelijk laten uitgroeien tot een orkest van wereldfaam. Ik wil dat er een spotlight staat op een jazz-scene in Amsterdam die echt onderscheidend is en van absolute topkwaliteit. Want dat ís er! Alleen wordt het nog niet altijd gezien. Tegelijkertijd kijk ik ook bij kleinere projecten heel bewust of ze bijdragen aan m’n persoonlijke groei als zakelijk leider, maar ook m’n kennis van hoe systemen in elkaar zitten. Zodat ik open kan staan voor plekken waarvan ik denk dat ik van waarde kan zijn, en daar ook het cv voor opbouw. Mijn strategie is: een punt op de horizon zetten voor waar ik over vijf jaar zou willen zijn, zodat ik kan gaan lopen. Maar ik sta het mezelf toe om afgeleid te raken, als zich een kans aandient.
Wat had je zelf eerder willen weten?
Het heeft even geduurd voordat ik een goede balans kon vinden tussen loyaliteit naar de ander en goed voor mezelf zorgen. Ik weet niet of dat iets is waar iemand je eerder over kan inlichten, maar laat ik dan degene zijn die dat benoemt: zorg goed voor jezelf in de samenwerkingen die je hebt. Blijf voelen wat voor jou werkt en wat niet, en laat je niet verleiden om altijd maar meer te willen doen als het ten koste gaat van jezelf. Als je dat leert dan kan je nog meer floreren in het werk dat je doet, omdat het ook duurzaam is.
Wat is jouw advies voor startend talent?
Voor uitvoerende muzikanten: begrijp dat je een schakel bent in een groot geheel, en dat alle schakels waardevol zijn. Het is dus niet een gefaalde carrière als jij uiteindelijk een festival produceert of programmeert in plaats van dat je er zelf staat als muzikant. En ga na het afstuderen niet allemaal op je eigen eiland zitten, maar ga samen met de mensen om je heen starten. Organiseer samen een festival, vraag of je ergens de sociale media mag doen om je skills te ontwikkelen. Meld je aan voor een roadie-programma, zoals bij NAPK START. Begin gewoon ergens! Maar doe het samen.
En ook voor zakelijke talenten: Maak contact! Kijk welke mensen bij je passen, waarmee je kan sparren en je vragen kan delen (over bijvoorbeeld een begroting van een culturele productie of de BTW tarief verschillen, om maar iets te noemen). Tijdens het roadie-programma van NAPKT START vond ik daarin direct gelijkgestemden en dat heeft me enorm geholpen. Zoek elkaar op en doe het niet op je eigen eilandje. Blijf opzoek naar mentors en coaches waar je een goede klik mee hebt. En realiseer je dat je dus om hulp kan vragen. Dat is iets waar ik mezelf ook telkens weer van bewust moet blijven.
Ook heb ik in de afgelopen jaren geleerd hoe belangrijk het is dat een samenwerking gelijkwaardig voelt en het commitment over en weer gaat. Dus daarin zou mijn tip zijn; of je nu net begint of al langer in het vak zit, blijf trouw aan jezelf en je eigen enthousiasme én grenzen. Je hoeft anderen niet te overtuigen van jouw waarde. Je bent het waard.
Deze blog is geschreven door Salien Lisa Oosterman.